bedanken
Wygląd
bedanken (język niderlandzki)
[edytuj]- znaczenia:
czasownik słaby, nierozdzielnie złożony
- (1.1) dziękować
- (1.2) podziękować (uprzejmie odmówić komuś)
- (1.3) anulować (np. subskrypcję), zrezygnować (np. z członkostwa)
- odmiana:
- (1.1-2) bedanken (bedankt), bedankte, heeft bedankt
deelwoord onvoltooid bedankend voltooid bedankt indicatief persoon onvoltooid voltooid tegenwoordige tijd ik bedank heb bedankt jij (je) bedankt hebt bedankt u bedankt hebt bedankt gij (ge) bedankt hebt bedankt hij
zij (ze)
hetbedankt heeft bedankt wij (we) bedanken hebben bedankt jullie zij (ze) verleden tijd ik bedankte had bedankt jij (je) u gij (ge) hadt bedankt hij
zij (ze)
hethad bedankt wij (we) bedankten hadden bedankt jullie zij (ze) tegenwoordige
toekomende tijdik zal bedanken zal bedankt hebben jij (je) zal bedanken
zult bedankenzal bedankt hebben
zult bedankt hebbenu zal bedanken
zult bedankenzal bedankt hebben
zult bedankt hebbengij (ge) zult bedanken zult bedankt hebben hij
zij (ze)
hetzal bedanken zal bedankt hebben wij (we) zullen bedanken zullen bedankt hebben jullie zij (ze) verleden
toekomende tijdik zou bedanken zou bedankt hebben jij (je) zou bedanken
zult bedankenzou bedankt hebben u zou bedanken
zoudt bedankenzou bedankt hebben
zoudt bedankt hebbengij (ge) zoudt bedanken zoudt bedankt hebben hij
zij (ze)
hetzou bedanken zou bedankt hebben wij (we) zouden bedanken zouden bedankt hebben jullie zij (ze) conjunctief taal tegenwoordige tijd verleden tijd enkelvoud bedanke bedankte meervoud bedanken bedankten imperatief jij (je) bedank jullie bedank
- przykłady:
- (1.1) Ik wil je bedanken voor het cadeau. → Chcę ci podziękować za prezent.
- (1.3) Ik wil graag voor het tijdschrift bedanken. → Chciałbym zrezygnować ze subskrypcji tego magazynu.
- synonimy:
- antonimy:
- hiperonimy:
- hiponimy:
- holonimy:
- meronimy:
- wyrazy pokrewne:
- związki frazeologiczne:
- uwagi:
- źródła:
bedanken (język niemiecki)
[edytuj]- znaczenia:
czasownik słaby, nierozdzielnie złożony
- (1.1) dziękować, podziękować
- przykłady:
- synonimy:
- antonimy:
- hiperonimy:
- hiponimy:
- holonimy:
- meronimy:
- wyrazy pokrewne:
- związki frazeologiczne:
- etymologia:
- uwagi:
- źródła: