Aneks:Język niderlandzki - koniugacja mocna klasa III, typ "klinken"
Koniugacja mocna klasa III, typ "klinken" (język niderlandzki)
Jest to typ odmiany czasowników mocnych, w których w czasie przeszłym prostym (onvoltooid verleden tijd) i w imiesłowie czasu przeszłego [ɪ] zmienia się na [ɔ]. Voltooid deelwoord kończy się na -en.
Jeśli czasownik w czasach złożonych używa jako czasownika posiłkowego zijn, należy zastąpić hebben odpowiednią formą tego pierwszego. Odmiana "zijn" znajduje się tu.
|
|
Tryb wijs |
Czas tijd |
Liczba pojedyncza enkelvoud |
Liczba mnoga meervoud | |||
---|---|---|---|---|---|---|
1 os. ik |
2 os. jij |
2 os. gij |
3 os. hij, zij, het |
wszystkie osoby wij, jullie, zij | ||
Tryb oznajmujący indicatief |
onvoltooid tegenwoordige tijd | klink | klinkt | klinkt | klinkt | klinken |
onvoltooid verleden tijd | klonk | klonk | klonkt | klonk | klonken | |
voltooid tegenwoordige tijd | heb geklonken | hebt geklonken | hebt geklonken | heeft geklonken | hebben geklonken | |
voltooid verleden tijd | had geklonken | had geklonken | hadt geklonken | had geklonken | hadden geklonken | |
onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd | zal klinken | zult/zal klinken | zult klinken | zal klinken | zullen klinken | |
onvoltooid verleden toekomende tijd | zou klinken | zou klinken | zoudt klinken | zou klinken | zouden klinken | |
voltooid tegenwoordige toekomende tijd | zal geklonken hebben | zult/zal geklonken hebben | zult geklonken hebben | zal geklonken hebben | zullen geklonken hebben | |
voltooid verleden toekomende tijd | zou geklonken hebben | zou geklonken hebben | zoudt geklonken hebben | zou geklonken hebben | zouden geklonken hebben | |
Tryb łączący subjunctief (nieużywany) |
tegenwoordige tijd | klinke | klinke | klinket | klinke | klinken |
verleden tijd | klonke | klonke | klonket | klonke | klonken |