Aneks:Język niderlandzki - wykaz czasowników mocnych niestandardowych

Z Wikisłownika – wolnego słownika wielojęzycznego

Lijst van niet-standaard sterke werkwoorden.

bezokolicznik czas teraźniejszy niedokonany (3. os. l.p.) czas przeszły niedokonany (l.p.) imiesłów czasu przeszłego czasownik posiłkowy
afwerpen werpt af wierp af afgeworpen hebben/zijn
afzweren zweert af zwoer af afgezworen hebben
afzweren [1] zweert af zwoor af afgezworen zijn
besterven besterft bestierf bestorven zijn
bewegen beweegt bewoog bewogen hebben/zijn
bezweren bezweert bezwoer bezworen hebben/zijn
heffen heft hief geheven hebben/zijn
helpen helpt hielp geholpen hebben/zijn
inwerpen werpt in wierp in ingeworpen hebben
omverwerpen werpt omver wierp omver omvergeworpen hebben
omzwerven omzwerft omzwierf omzworven hebben/zijn
onderwerpen onderwerpt onderwierp onderworpen hebben/zijn
ontwerpen ontwerpt ontwierp ontworpen hebben/zijn
opheffen heft op hief op opgeheven hebben/zijn
overwegen overweegt overwoog overwogen hebben/zijn
samenzweren zweert samen zwoer samen samengezworen hebben/zijn
scheppen [2] schept schiep geschapen hebben/zijn
scheren [3] scheert schoor geschoren hebben/zijn
sterven sterft stierf gestorven zijn
tussenwerpen werpt tussen wierp tussen tussengeworpen hebben
uitscheiden [4] scheidt uit scheed uit uitgescheden hebben
uitsterven sterft uit stierf uit uitgestorven zijn
uitwerpen werpt uit wierp uit uitgeworpen hebben/zijn
verheffen verheft verhief verheven hebben/zijn
verhelpen verhelpt verhielp verholpen hebben
verwerpen verwerpt verwierp verworpen hebben/zijn
verwerven verwerft verwierf verworven hebben/zijn
wegen weegt woog gewogen hebben/zijn
werpen werpt wierp geworpen hebben/zijn
werven werft wierf geworven hebben/zijn
worden wordt werd geworden zijn
zeiken [5] zeikt zeek gezeken hebben
zweren zweert zwoer gezworen hebben/zijn
zweren [6] zweert zwoor gezworen hebben
zwerven zwerft zwierf gezworven hebben/zijn
  1. Inne znaczenie od powyższego. Może także być odmieniany jak czasownik mieszany, "zweert af, zweerde af, hebben afgezworen"
  2. Istnieje też czasownik "scheppen" który jest słaby z -t(en). Odmienia się go według następującego wzoru: Aneks:Język niderlandzki - koniugacja słaba z -t(en), typ "werken"
  3. Istnieje też czasownik "scheren" który jest słaby z -d(en). Odmienia się go według następującego wzoru: Aneks:Język niderlandzki - koniugacja słaba z -d(en), typ "spelen"
  4. W ten sposób można odmieniać tylko znaczenie "wstrzymywać". Alternatywna odmiana "wstrzymywać" i jedyna poprawna "wydzielać" to "scheidt uit, scheidde uit, hebben uitgescheiden".
  5. Odmienia się także jak czasownik słaby z -t(en), według następującego wzoru: Aneks:Język niderlandzki - koniugacja słaba z -t(en), typ "werken"
  6. Inne znaczenie od powyższego. Może także być odmieniany jak czasownik mieszany, "zweert, zweerde, hebben gezworen"